Vab-lid Peter van Boekel in Nepal


Zoete sinaasappeltjes voor de dorst

Na een vlucht van veertien uur en een autorit van vijf uur stonden we dan eindelijk op een onbekende plek om te praten over bekend terrein. De onbekende plek: Sindhuli, één van de 75 districten in Nepal. Een kleine 140 kilometer ten zuidoosten van Kathmandu. Een warme, klamme, groene vallei tussen de immense bergen van de Himalaya. Het bekende terrein: boeren en tuinders die samenwerken om de meerwaarde van hun product te verzilveren. Dat kennen we immers in Nederland al ruim een eeuw. Maar dit fenomeen heeft blijkbaar nu ook deze groene vallei in Nepal bereikt.

In de wereld van de Junar

Hier ligt JCCU (Junar Cooperatives Central Union), een unie van 40 coöperaties met gezamenlijk 7.500 leden. Deze tuinders telen allemaal Junar sinaasappelen. De Junar is een zoete citrusvrucht die alleen in Nepal groeit. Nu verkopen telers de beste vruchten nog rechtstreeks op de markt of langs de weg aan voorbijgangers. JCCU investeert daarom in pakhuizen en opslagplekken, zodat de telers niet elke marktdag hun onverkochte voorraad weer naar huis hoeven te slepen. Daarnaast heeft JCCU ook grotere doelen. Zo moet er een boomkwekerij komen waar de leden kwalitatief goede jonge bomen kunnen kopen. Dat kan weer gekoppeld worden aan het opbouwen van eigen lijnen, die beter bestand zijn tegen ziekten en plagen. Er is ook onderzoek nodig om nieuwe ziekten en plagen snel onder de duim te krijgen. Bovendien moet er een sapfabriek komen om de B en C kwaliteit Junar tot sap te persen en te bottelen. De ambities liegen er niet om. Het sap zou niet alleen in Nepal vermarkt gaan worden maar moet exportwaardig zijn want tot in Japan zou er vraag naar het gezonde, zoete, lichtzure Junar sap zijn.

Van plan naar papier

De ambitieuze directeur heeft inmiddels met enkele bestuursleden studiereizen naar Florida en Japan gemaakt en wil nu stappen maken. Maar het is met bestuurders en ondernemers in Nepal niet anders dan in Nederland: plannen genoeg, ambities genoeg, maar het blijft een kunst om die plannen ook goed op papier te krijgen. Zodat JCCU deze daarna voor kan leggen aan de leden, aan de bank, aan betrokken overheden en aan alle andere relevante partners. Daarom zijn Richard van der Maden (bedrijfsadviseur Agriterra), Peter van Boekel (zelfstandig bedrijfsadviseur) en een lokale consultant vier dagen lang met een groep van twintig bestuurders van JCCU aan de slag geweest om de kaders van een nieuw strategisch plan uit te werken onder het motto “a goal without a plan is just a wish”.

Kernvragen

Heeft JCCU een gezamenlijke visie? Wat is de missie van JCCU? Kunnen we komen tot een aantal doelen, die specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART) zijn. En kunnen we daar investeringsplaatjes aan koppelen, die uiteindelijk kunnen leiden tot een 'bankable businessplan'. Stapsgewijs zijn de twintig bestuurders begeleid richting hun eigen strategisch plan. Uiteraard gaat het hier om een coöperatie, dus er moet oog blijven voor de belangen van de leden. Daarom hebben we in die vier dagen ook voorzichtig geproefd hoe er gedacht wordt om de leden bij de financiering te betrekken. Al met al een prachtige ervaring om met Oosterse kalmte en de Westerse 'hogedrukpan'-aanpak een stevige fundering te leggen voor de toekomst van 7.500 Nepaleze telers. Uiteraard is het nu aan JCCU om door te pakken. Gelukkig houdt Agriterra daarbij voortdurend een vinger aan de pols. Wanneer het eerste flesje Junar van de band zal rollen weet ik niet, maar het is in ieder geval nu meer dan alleen een wens.

Bronvermelding foto's: Peter van Boekel / Richard van der Maden (Agriterra)

Ook interessant