ls erkend agrarisch bedrijfsadviseur in het BAS-register wordt je tweeledig getoetst door de BAS-commissie. Enerzijds op een aangevraagd aandachtsgebied. Anderzijds (tijdens het eerste toetsingsgesprek) op algemene kennis en vaardigheden, waarover elke erkende agrarische bedrijfsadviseur dient te beschikken. Deze kennis is vastgelegd in artikel 15 lid 4 van:
 

Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad

van 2 december 2021

tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013
 

Hoofdstuk 1 Gemeenschappelijke vereisten

Afdeling 4 - lid 50 Bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw
De lidstaten moeten zorgen voor op de verschillende productiewijzen afgestemde bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw die het duurzame beheer en de algehele prestaties van de landbouw- en plattelandsbedrijven moeten verbeteren en daarbij de economische, ecologische en sociale dimensies bestrijken, en die moeten nagaan welke verbeteringen noodzakelijk zijn ten aanzien van de maatregelen op het niveau van het landbouwbedrijf die in de strategische GLB-plannen zijn opgenomen, alsook op het gebied van digitalisering. Bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw moeten landbouwers en andere begunstigden van de GLB-steun helpen om zich beter bewust te worden van het verband tussen bedrijfsbeheer en grondbeheer enerzijds en bepaalde normen, vereisten en informatie, onder meer op het vlak van milieu en klimaat, anderzijds. Tot die laatsten behoren zowel de in het strategisch GLB-plan opgenomen normen die van toepassing zijn op of noodzakelijk zijn voor landbouwers en andere begunstigden van het GLB, ook coöperaties, als normen die voortvloeien uit de wetgeving inzake water en duurzaam gebruik van pesticiden, inzake nutriëntenbeheer, alsook inzake de initiatieven ter bestrijding van antimicrobiële resistentie. Er moet ook advies beschikbaar zijn inzake het risicobeheer en innovatiesteun ten behoeve van de voorbereiding en inwerkingstelling van projecten van opkomende operationele groepen in het kader van het EIP, en innovatieve ideeën moeten tevens vanaf het prille begin worden opgepikt en gebruikt. Om het advies kwaliteitsvoller en doeltreffender te maken, moeten de lidstaten alle publieke en private adviseurs en adviesnetwerken in de kennis- en innovatiesystemen voor de landbouw (AKIS) opnemen om actuele technologische en wetenschappelijke informatie ter beschikking te kunnen stellen die in het kader van onderzoek en innovatie is ontwikkeld.
 

Artikel 15 Bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw

  1. De lidstaten nemen in het strategisch GLB-plan een systeem op voor het verstrekken van diensten die landbouwers en andere begunstigden van de GLB-steun adviseren over grondbeheer en landbouwbedrijfsbeheer (“bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw”). De lidstaten kunnen voortbouwen op bestaande systemen.
     
  2. De bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw bestrijken de economische, ecologische en sociale dimensies, rekening houdend met bestaande landbouwpraktijken, en verstrekken actuele technologische en wetenschappelijke informatie die is ontwikkeld door onderzoeks- en innovatieprojecten, onder meer wat betreft de levering van collectieve goederen. Via die bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw wordt gedurende de gehele cyclus van de ontwikkeling van het landbouwbedrijf passende bijstand geboden, onder meer voor de eerste opstart van het bedrijf, omvorming van productiesystemen naar een vraaggestuurd systeem, innovatieve praktijken, landbouwtechnieken ter verbetering van de veerkracht ten aanzien van klimaatverandering, waaronder agrobosbouw en agro-ecologie, verbetering van het dierenwelzijn en, waar nodig, veiligheidsnormen en sociale ondersteuning. Bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw worden geïntegreerd in de onderling samenhangende diensten van bedrijfsadviseurs voor de landbouw, onderzoekers, landbouwersorganisaties en andere belanghebbenden, die samen de AKIS vormen.
     
  3. De lidstaten zorgen ervoor dat het verstrekte advies onpartijdig is en dat de adviseurs toereikend gekwalificeerd en voldoende opgeleid zijn en geen belangenconflicten hebben.
     
  4. De bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw zijn afgestemd op de verschillende productiewijzen en landbouwbedrijven en bestrijken ten minste het volgende:

a. alle in het strategisch GLB-plan vastgestelde vereisten, voorwaarden en beheersverbintenissen die van toepassing zijn op landbouwers en andere begunstigden, met inbegrip van vereisten en normen in het kader van de conditionaliteit en de voorwaarden voor interventies alsmede informatie over financiële instrumenten en bedrijfsplannen die op grond van het strategisch GLB-plan zijn vastgesteld

b. de door de lidstaten vastgestelde vereisten voor de uitvoering van Richtlijn 92/43/EEG, Richtlijn 2000/60/EG, artikel 55 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (38), Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad (39), Richtlijn 2009/128/EG, Richtlijn 2009/147/EG, Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (40), Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad (41) en Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad (42)

c. de landbouwpraktijken ter voorkoming van de ontwikkeling van antimicrobiële resistentie als vastgesteld in de mededeling van de Commissie van 29 juni 2017 getiteld “Een Europees “één gezondheid”-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (AMR)”

d. risicopreventie en risicobeheer

e. steun voor innovatie, met name voor de voorbereiding en uitvoering van de projecten van de operationele groepen in het kader van het EIP bedoeld in artikel 127, lid 3

f. digitale technologieën in de landbouw en in plattelandsgebieden als bedoeld in artikel 114, punt b)

g. duurzaam nutriëntenbeheer, met inbegrip van uiterlijk vanaf 2024 het gebruik van een bedrijfsduurzaamheidsinstrument voor nutriënten, dat een digitale toepassing is die ten minste voorziet in:

  • een balans van de belangrijkste nutriënten op veldschaal
  • de wettelijke voorschriften inzake nutriënten
  • bodemgegevens, op basis van beschikbare informatie en analyses
  • gegevens uit het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) die relevant zijn voor nutriëntenbeheer

h. arbeidsvoorwaarden, werkgeversverplichtingen, gezondheid en veiligheid op het werk en sociale steun in landbouwgemeenschappen.